Aanleg van het eiland
De provincie heeft het zwerfsteneneiland Maarn tot 3e aardkundig monument in de provincie Utrecht benoemd. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan een onderdeel van het Beleidsprogramma 1999 - 2003.
Stichting
Op 4 april 2003 is de stichting "Vrienden van het Zwerfsteneneiland" opgericht. De stichting heeft tot doel de belangen van aardkundige waarden in het algemeen en van het Aardkundig Monument "Zwerfsteneneiland" in het bijzonder te behartigen.
Toelichting op zwerfstenen
Als je, zoals op het zwerfsteneneiland Maarn, een verzameling stenen bij elkaar hebt dan kun je daar op verschillende manieren naar kijken. Je kunt het bijvoorbeeld een heel mooie opstelling vinden. Daarvoor moeten we met name de Maarnse ontwerper en kunstschilder Peter Enter bedanken. Je kunt het ook leerzaam vinden om allerlei soorten gesteenten bij elkaar te zien. Jaap Zandstra, de zwerfsteendeskundige bij uitstek, heeft de stenen gedetermineerd en ingedeeld in verschillende groepen. Om daar iets van te kunnen begrijpen moet je weten dat je gesteenten in drie grote groepen kunt onderverdelen, namelijk stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en omzettingsgesteenten. Kort getypeerd ontstaan stollingsgesteenten omdat vloeibaar gesteente (denk aan vulkanisme) stolt tot vast gesteente. Afzettingsgesteenten ontstaan nadat los materiaal ( klei, zand, grind), dat eerst door water, wind of ijs is afgezet, verkit tot vast gesteente. Door bijvoorbeeld gebergtevorming kunnen tot slot de stollingsgesteenten of afzettingsgesteenten vervormd worden tot omzettingsgesteenten.
Als van een steen precies bekend is waar zij vandaan komt dan spreken we van een gidsgesteente. Met ander woorden, van die steen weten we in welke streek en in welk gebergte het vaste gesteente ligt waar de steen oorspronkelijk vandaan komt. De steen is eerst door erosie losgemaakt van het moedergesteente en vervolgens naar Nederland getransporteerd. Dhr. Zandstra heeft kunnen reconstrueren dat van de ca. 160 stollingsgesteenten in Maarn de helft uit Zweden, en dan met name de omgeving van Stockholm afkomstig is. Van één steen, die luistert naar de mooie naam Bruine Oostzeekwartsporfier, is het bovendien bekend dat ze voor de kust van Zweden op de bodem van de Oostzee voorkomt. Het landijs, dat zich in de voorlaatste ijstijd, zo'n 150.000 jaar geleden, sterk uitbreidde blijkt verantwoordelijk voor het transport van deze soms meer dan een meter hoge stenen.
De andere 80 stollingsgesteenten komen ook uit Scandinavië. Ook zij hebben deel uitgemaakt van het zeer oude Precambrische gebergte. Zij zijn echte niet zo kenmerkend dat precies bepaald kon worden waar ze vandaan kwamen.
Op het zwerfsteneneiland komt ook een grote groep van afzettingsgesteenten voor. Ze lijken met name door de paarsrode kleur allemaal opvallend veel op elkaar. Het zijn ook zeer oude Precambrische zandstenen. Deze zogenaamde Jotnische zandstenen bezitten vaak een mooie gelaagdheid. Soms lijkt het wel een stapel pannenkoeken, waarbij het beslag af en toe ook wel eens geklonterd is. Dat zijn de grindige gedeelten in deze voormalige rivierafzettingen. Ook zijn er tal van stenen waarin lichtere vlekken voorkomen. Op die plaatsen heeft ontijzering plaatsgevonden. Jotnische zandsteen komt op meer plaatsen in Scandinavië voor, waaronder in de nabijheid van de eerder genoemde gidsgesteenten.
Omzettingsgesteenten zijn rijk vertegenwoordigd op het zwerfsteneneiland, namelijk de helft van de gedetermineerde stenen. Ze zijn niet te herleiden tot één bepaalde plaats in Scandinavië en zijn dus geen gidsgesteente. Het zijn in veel gevallen omzettingen van graniet, waarbij het onderscheid voor het niet geoefende oog niet eenvoudig is. Als tegemoetkoming aan de symmetrische vormgeving zijn de omzettingsgesteenten op meerdere plaatsen op het eiland neergelegd.
Op het eiland is ook een aparte plaats ingeruimd voor zwerfstenen met een zuidelijke oorsprong. Ook onder deze stenen zijn er diverse te herleiden tot concrete gebieden in Belgie en Duitsland. Hoe moet je je nu voorstellen dat je boven op de stuwwal niet alleen zwerfstenen met een noordelijke, maar ook met een zuidelijke oorsprong aantreft. En geen toevalstreffer, maar minimaal zo'n 40 stuks. Als je de grootte van de stenen eenmaal gezien hebt, dan is het verplaatsen door water wel heel onwaarschijnlijk. Op ijsschotsen in de rivier dan? Heeft er een wedstrijd plaats gevonden in de ijstijd tussen aanvoer van stenen met het noordelijke landijs en transport van stenen op ijsschotsen uit het zuiden die door het zuiden gewonnen werd? De zuidelijke stenen kunnen dan door het landijs weer opgenomen zijn en samen met de noordelijke stenen in een grote keileemplak op de stuwwal zijn afgezet. De tijd, met andere woorden nader onderzoek, zal het ooit wel leren.
Op bovenstaande luchtfoto is goed te zien hoe de door Peter Enter ontworpen kompasroos het eiland verdeelt in 4 grote segmenten. De bijgeschreven namen maken de ligging van de desbetreffende steengroepen op het eiland duidelijk. Links op de foto is nog net de dam te zien die het eiland met de groeve verbindt. Deze is vrijwel op het noorden gericht waardoor het eiland met de hoogspanningsmast ook een gigantische zonnewijzer vormt. Tegenover de dam liggen heel toepasselijk in een zuidelijke punt de zuidelijke zwerfstenen.
Rondleiding
De zanderij Maarn is per 22 november 2013 opengesteld. Het zwerfsteneneiland blijft alleen onder begeleiding van een gids van de Stichting Vrienden van het Zwerfsteneneiland te bezoeken. Op die manier hopen we onze waardevolle collectie te beschermen.
Lezingen
Groepen stellen het soms op prijs op een rustige locatie eerst wat meer over de achtergronden van het zwerfsteneneiland en de aardkundige waarden in de provincie Utrecht te horen.