Oisterwijkse Vennen dl 2


Oisterwijkse vennen dl 1


Bovendien heb ik zelf, samen met Jan & Els Weertz, het artikel over de Kampina en de aangrenzende Oisterwijkse Bossen en Vennen voor deze special geschreven. Tijdens werkbezoeken maak ik dan honderden fotoos, waarvan er hooguit 10 gebruikt worden voor het gehele gebied. Dan is het wel aardig om op deze site nog eens enkele vennen wat meer in het zonnetje te zetten.

We starten hier bij het Van Esschenven. Dit ven loopt van de linkerzijde van de luchtfoto in noordoostelijke richting naar het centrum van de foto.

> Lees meer

Oisterwijkse Vennen dl 2

24 februari 2011
Dit jaar heb ik naar aanleiding van een verzoek van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap een nieuwe powerpointlezing (Stichting Vrienden van het Zwerfsteneneiland nr 11) gemaakt. Daarin wordt de verhouding tussen aardkundige monumenten en aardkundige excursiepunten kort toegelicht en vervolgens 5 aardkundige excursiepunten, waaronder Oisterwijk, beschreven. Daardoor heb ik honderden plaatjes paraat en dan is het handig om gelijk maar wat op deze site van de aardkundige monumenten te zetten. Deel 1 van de Oisterwijkse Vennen heb ik al lang geleden gemaakt en hier volgt deel 2. Binnenkort volgt ook nog een verhaal over de aangrenzende Kampina.

De hoogtekaart geeft een goede impressie van het gebied. Het is een legenda met een glijdende schaal waarbij blauw het laagst is. Via groen en geel wordt op de hoogste terreindelen een bruine kleur bereikt.

De hogere delen maken deel uit van een brede, zeer lange dekzandrug met een zuidwest noordoost orientatie. Dergelijke ruggen treffen we veelvuldig in Brabant aan.




Hoogtebeeld Oisterwijkse Bossen en Vennen en de Kampina

In de voorgaande afbeelding loopt de Rosep in het midden door een laagte naar het noorden. Links liggen de Oisterwijkse Vennen en rechts de Kampina.
We kijken onder naar een uitsnede. De getallen geven een paar fotopunten aan.
Op de brede en lange dekzandrug blijken met dezelfde orientatie smallere ruggen voor te komen met daar tussenin uitgestoven laagten. De laagten worden veelal omgrensd door lage ruggetjes, maar in het verlengde van de laagten, met andere woorden aan de oostzijde, liggen de hogere verstoven stuifzandduinen. De ruggen en ruggetjes zijn veelal in de laatste periode van de laatste ijstijd (Weichselien) gevormd. De duintjes zijn, gezien het regelmatig ontbreken van dikkere podsolprofielen, over het algemeen van recentere ouderdom.




Uitsnede van de hoogtekaart met fotopunten

Elders op deze site, in deel 1 van de Oisterwijkse Vennen, is het noordelijk gedeelte van de kaart behandeld (lokatie 1: Van Esschenven).

Hier zijn we aangekomen bij een markant punt (2) op de Bosweg. We kijken hier naar het Voorste Goorven. Dit is uitgebaggerd waardoor het opmerkelijk arm aan waterplanten lijkt. Eventuele hoogteverschillen met het aangrenzende land zijn niet te zien, omdat de randen van de vennen dicht begroeid zijn.




Voorste Goorven

Als we in zuidwestelijke richting kijken dan zien we het Heiven. Dat is een heel ander gezicht met opvallend veel begroeiing.




Het Heiven

Als we een goed uitzichtspunt naast de Bosweg zoeken, dan kunnen we beide vennen in een oogopslag zien. Daar zien we dat het waterpeil in het Heiven duidelijk hoger staat als in het Voorste Goorven. Kennelijk heeft het Heiven hier een ondoorlatende bodem die wat hoger ligt, waardoor het verschil in waterpeil kan ontstaan.




Verschil in peil oppervlaktewater tussen Heiven en Voorste Goorven

We zijn nu opgerukt naar punt 3, het Achterste Goorven. We kijken loodrecht op de lengterichting van de langgerekte laagte. In het midden zien we wat smalle waterpartijen. Aan de overzijde schemeren hogere landduinen tussen de dichte opgaande begroeiing.




Zicht dwars op het Achterste Goorven

Vijftig meter verder kunnen we in de lengterichting van de laagte kijken. De uitgeblazen laagte is nagenoeg verland. Door uitbaggeren zou visueel een langgerekt dal, vergelijkbaar met bijvoorbeeld het Van Esschenven kunnen ontstaan. Maar waarom zouden we dat doen? We vernietigen daardoor het bodemarchief en bovendien kunnen we hier nu goed zien hoe een verlandend ven eruit ziet.




Zicht in de lengterichting van het Achterste Goorven

Hier stroomt de Rosep in volle glorie. Als we de laagte op de hoogtekaart bekijken dan zouden we mogelijk iets imposanters verwachten.




De Rosep

Op de hoogtekaarten is namelijk een wat bredere laagte langs de beek herkenbaar. Het dal heeft, zeker plaatselijk, ook onder andere klimatologische omstandigheden gefunctioneerd.
We moeten bedenken dat in de laatste ijstijd hier permafrost omstandigheden heersten. De beken hadden een meer vlechtend karakter en vervoerden en verspoelden in korte tijd veel zand en leem maar bleven daarna geruime tijd nagenoeg droog. Die smeltwaterdalen raakten op het einde van de laatste ijstijd soms verstopt door uitgebreide dekzandvorming door zuidwestelijke winden. Het smeltwater werd dan soms gedwongen weer andere wegen te zoeken. De recentere meanderende beken maken vaak nog gebruik van de oude laagten. Die dalen zijn dan nu soms wat oversized voor de huidige beken.




Nogmaals de Rosep

Door de dichte begroeiing en de gefixeerde ligging van de paden valt het niet mee om de dalwanden in het terrein vast te leggen op een foto.

Als vervolg hierop zal een artikel over de Kampina gemaakt worden.




Plaatselijke dalwand

Bronnen:

Afbeeldingen:
BOHO-team.
AHN kaart: Provincie Noord-Brabant


Literatuur:
Hoogendoorn, W., Weertz, J&E. 2009 Kampina & Oisterwijkse Bossen en Vennen. Grondboor & Hamer jrg 63, 2009 nr 6, p 167 tm 172
Hoogendoorn, W., Zwerfsteneneiland Maarn en andere aardkundige monumenten. KNNV Uitgeverij 2006
Lezing 11 van de Stichting Vrienden van het Zwerfsteneneiland


Eemland


Met behulp van de Fysisch geografische eenheden kaart kunnen we het ontstaan van Eemland en haar omgeving beter begrijpen. Eemland maakt deel uit van het glaciale bekken dat in de voorlaatste ijstijd (Saalien 150.000 jaar gleden) is uitgeschuurd door gletsjertongen van het landijs. Die stuwden aan weerszijden van het bekken stuwwallen op. De afzettingen die daarna in de tussenijstijd, het Eemien, gevormd zijn, staan niet op het kaartje omdat ze niet meer aan het oppervlak liggen. In de laatst ijstijd (Weichselien) is een dik pakket zand als een deken over het bestaande landschap neergelegd. Langs de stuwwallen staan de gordeldekzanden en wat verder weg ook dekzandvlaktes aangegeven. Plaatselijk komen ook dekzandruggen voor. In de laatste 10.000 jaar, gedurende het Holoceen, vindt er in Eemland op grote schaal veengroei plaats. Tussen de veeneilanden door worstelt zich de Eem een weg naar het noorden. Langs de Eem zijn vanuit de voormalige Zuiderzee jonge zeekleigonden afgezet. Bij het doorbreken van de dijken van de Zuiderzee zijn tijdens overstromingen herhaaldelijk kleilaagjes op het veen afgezet. De gevolgen van de overstromingen zijn op het kaartje als overslaggronden herkenbaar.

Zo ziet het gebied er vanuit de lucht uit. De ronde plasjes heten waaien of wielen en zijn ontstaan als kolkgaten tijdens de dijkdoorbraken. De dijken zijn later weer om de kolkgaten heen gelegd. Daarom heeft de dijk een zeer bochtig verloop gekregen.

> Lees meer